Over kloosters en kasseien. Het drama van Zegelsem.

Over kloosters en kasseien. Het drama van Zegelsem.

19 september 2024 Uit Door Jan Haegeman

Ik ben ongelooflijk fier op mijn gemeente.

Brakel telt zó veel mooie hoekjes en kantjes dat je je er elke dag wel ergens op vakantie kunt wanen. Tenminste, als het weer meevalt. En dat durft al eens twijfelachtig te zijn. Maar geen erg, met een goede paraplu komt een mens al eens eindje verder, heb ik mij laten vertellen.

Eén van de allermooiste hoekjes is – enfin, was – het centrum van kasseidorp Zegelsem. Het is helaas ook hét voorbeeld van hoe men in Brakel omspringt met erfgoed, met vergunningen, met de omgeving in het algemeen.

Het centrum van Zegelsem is zó authentiek, dat het dorpszicht beschermd werd door de Vlaamse overheid. Enkele jaren geleden kreeg dat nog heel wat aandacht, zelfs in de (inter)nationale pers. Met name toen onze gemeentegenoot Eric Vekeman een creatieve oplossing moest bedenken om zijn wagen te parkeren en met het geweldige idee kwam om zijn hele gevel te laten openzwaaien (https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160228_02154205). Want die bescherming betekent dat je niet zomaar gebouwen mag afbreken of aanpassen: dat kan bv. enkel in het geval erfgoedwaarden onherroepelijk verloren zijn. Dat is ook de reden waarom het klooster van Zegelsem – of althans de gevel – niet mag verdwijnen. Een zinvolle invulling vinden voor zo’n gebouw is echter geen vanzelfsprekende opdracht.

Het klooster in betere tijden (omstreeks 1999). Foto: Agentschap Onroerend Erfgoed

Gelukkig werd daar in 2010 een goede oplossing voor gevonden: het klooster zou gerestaureerd worden en er zouden 19 assistentiewoningen (‘serviceflats’) worden in onder gebracht. Voorwaar: een redelijk goed idee! Daarmee zou de aanblik van Zegelsem gevrijwaard blijven en met 19 dergelijke woongelegenheden creëer je ook niet al te veel extra druk op een rustige omgeving. Het beperkt aantal flats maakte ook dat het bijkomend autoverkeer dat hierdoor zou worden gecreëerd, in een schoolomgeving met smalle straatjes, al bij al zou meevallen. Bovendien woonden er voorheen ook al zo’n 20-tal senioren in het klooster. Er werd dan ook al vrij snel werk gemaakt van de afbraak van het klooster, waarbij de gevel zelf bleef staan.

En dan… stopt het verhaal…

Meer dan vijf jaar gebeurt er niks.

Tot er een aap uit de mouw komt.

In 2016 wordt een nieuwe vergunning aangevraagd én bekomen van het Brakels schepencollege. Men wil nu niet alleen het klooster verbouwen, maar men krijgt ook de toestemming om de naastgelegen hoeve te slopen en er een nieuwbouw op te zetten met nog eens 32 extra assistentiewoningen. Zo’n project lijkt nogal buiten proportie voor de kleine dorpskern van Zegelsem en de effecten op het dorpszicht zijn niet min. Maar, hé, we doen niet al te moeilijk: “Paris vaut bien une messe” zeggen ze dan. De gevel van het klooster blijft immers nog steeds een integraal onderdeel van het project en het blijven tenslotte assistentiewoningen, dus zonder een al te druk komen en gaan van mensen en auto’s.

Twee jaar later mogen De Croo père en fils (toen titelvoerend burgemeester) hun metselkunsten tentoonspreiden bij de eerstesteenlegging van het project dat de naam “Residentie Van der Donckt” krijgt, naar de historische hoeve die men er van de aardbol veegde (zie: https://www.nuus.be/2018/06/12/52-erkende-assistentiewoningen-residentie-van-der-donckt-in-zegelsem). En voorwaar: er wordt ook stevig doorgewerkt: op de site van de van oude hoeve, aan de rand van het dorpsplein, verrijst op een drietal jaar tijd een immens bouwwerk, dat zo rond 2021 helemaal wordt afgewerkt. Alleen… aan het klooster zelf gebeurt niks. Behalve dan dat het spandoek met reclame voor het ambitieuze project verwijderd wordt.

Het “klooster”, of wat er van overblijft, omstreeks 2021. Foto: Gemeentebestuur Brakel

En dan komt een nieuwe aap uit de mouw. In mei 2022 al laat de eigenaar zijn plan om assistentiewoningen in zijn splinternieuwe gebouw helemaal varen. “Residentie Van der Donckt” vervelt tot “Flanders Cobblestone Paradise”, een hotel dat zich richt op fietsers en wandelaars.

Dat is op zich geen slecht idee: onze gemeente heeft heel wat toeristische troeven en het loont absoluut de moeite om onze toeristische sector verder uit te bouwen. De vraag is natuurlijk in hoeverre onze verschillende eigenaars en uitbaters van kleinschalige logies, b&b’s, airbnb’s daar tegenover staan. Temeer omdat het gemeentebestuur in haar eigen strategisch plan (het zogenaamd ‘gemeentelijk ruimtelijk structuurplan’) volop kiest voor dergelijke kleinschalige initiatieven. Bovendien zitten er ook nog een aantal andere addertjes onder het gras. De btw bij bouw van assistentiewoningen bedraagt slechts 12%, terwijl die voor de bouw van een hotel natuurlijk gewoon 21% bedraagt. Bovendien zijn 32 hotelkamers natuurlijk net iets anders dan 32 assistentiewoningen: niet alleen brengt dat veel meer volk op de been, met veel meer wissels en dus ook veel meer lawaai, maar ook veel meer autoverkeer. En vooral ook: over het klooster wordt met geen woord meer gerept. Helemaal verdwenen uit de plannen. Meer zelfs: de ontwikkelaar heeft het gedeelte van het klooster inmiddels verpatst. Er is dus geen enkele link meer tussen de herbestemming van het klooster – de oorspronkelijke basis van de vergunning – en het nieuwe hotel.

Het “hotel”, kort voor de afwerking. Op de achtergrond het verloederde klooster. Foto: Google Streetview

Het huidig schepencollege – nooit in staat om verder te kijken dan hun neus lang is – verleent begin 2023 uiteraard graag de vergunning voor de nieuwe functie van het gebouw. Kritische vragen over extra verkeer in de schoolomgeving, over eventuele geluidsoverlast of over de schending van het erfgoed worden daarbij uiteraard niet gesteld. De huidige schepen bevoegd voor het vergunningenbeleid vindt dat allemaal niet nodig. De Vlaamse overheid stelt die kritische vragen wél en gaat in beroep tegen de vergunning. Niet geheel onverwacht, krijgt de aanvrager in beroep géén vergunning.

Maar het niet bekomen van een vergunning, houdt de eigenaar blijkbaar niet tegen om het hotel toch op te starten. Wie dat wil kan intussen al enkele maanden een – vrij prijzige – kamer boeken in het Flanders Cobblestone hotel (https://www.booking.com/hotel/be/cobblestone-lodge.nl.html). Terwijl de gemeentelijke dienst handhaving tegenwoordig overuren draait in het opsporen van bouwmisdrijven, wordt men in Zegelsem echter netjes met rust gelaten en kan men er rustig zijn gangetje staan. Maar in Brakel kan de ene zich nu eenmaal al wat meer permitteren dan de andere. Misschien heeft dat te maken met de kleur (en het aantal!) verkiezingsaffiches aan de ramen van het hotel.


Intussen staat de gevel van het klooster steeds verder af te takelen. Nog heel even, en men zal ook vanuit erfgoed moeten oordelen dat hij niet meer te redden valt… En dan kan er uiteraard een volledig nieuw en wellicht megalomaan gebouw worden opgetrokken op die plek. Zo gaat dat nu eenmaal in onze gemeente…

Voor alle duidelijkheid: het nieuwe gebouw staat er nu en heeft een zinvolle invulling nodig. Een horecagelegenheid is daar op zich niet verkeerd. En als assistentiewoningen effectief geen optie meer zijn – wat ik best kan geloven – dan zijn logies allicht het minste kwaad voor de verdere invulling van het gebouw. Maar dan wel mét overleg met onze andere logiesuitbaters in de gemeente en mét een deftig plan voor de verkeersafwikkeling nabij het schooltje van Zegelsem. En uiteraard: ook met vergunning, zoals dat voor elke andere burger zonder blauwe lidkaart het geval is. En met het correcte btw-tarief.

En vooral ook: met een oplossing die het verdere verval van het dorpszicht tegengaat.